SV | En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron. |
WLC | וַיְהִ֣י אַֽחֲרֵי־כֵ֗ן וַיִּשְׁאַל֩ דָּוִ֨ד בַּֽיהוָ֤ה ׀ לֵאמֹר֙ הַאֶעֱלֶ֗ה בְּאַחַת֙ עָרֵ֣י יְהוּדָ֔ה וַיֹּ֧אמֶר יְהוָ֛ה אֵלָ֖יו עֲלֵ֑ה וַיֹּ֧אמֶר דָּוִ֛ד אָ֥נָה אֶעֱלֶ֖ה וַיֹּ֥אמֶר חֶבְרֹֽנָה׃ |
Trans. | wayəhî ’aḥărê-ḵēn wayyišə’al dāwiḏ bayhwâ| lē’mōr ha’e‘ĕleh bə’aḥaṯ ‘ārê yəhûḏâ wayyō’mer JHWH ’ēlāyw ‘ălēh wayyō’mer dāwiḏ ’ānâ ’e‘ĕleh wayyō’mer ḥeḇərōnâ: |
En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!